[151] |
Kort voor de halve finale van het WK-voetbal 2010 tegen Brazilië werd ik benaderd door een journaliste van Achter het Nieuw, een actualiteitenprogramma op tv. Ze vroeg naar mijn mening als sportpsycholoog over de balansbandjes, het geheime wapen van Oranje. Ik wist niets van balansbandjes. Maar een keer googlen volstond om die omissie op te heffen.
|
Balansbandjes zijn kunststof armbandjes (zie foto), met daarin twee hologrammen verwerkt. Die hologrammen brengen lichaam en geest in evenwicht, waardoor de kracht, balans en lenigheid toenemen. Ze zouden het beste in je boven halen, zoals beter voetballen, hardlopen. et cetera. Althans dat claimen de fabrikanten.
De journaliste vertelde mij over coaches en sporters die overtuigd waren van de positieve werking van de bandjes. Mijn oordeel was sceptisch. Ik kon mij niet voorstellen dat balansbandjes iets anders verbeterden dan de winst van de fabrikant. Natuurlijk, als mensen ergens in geloven, kan dat hun prestaties verbeteren. Maar dat komt dan niet door het middel (balansbandjes) maar door het geloof in dat middel: dat noemen we het placebo-effect. Je kunt volgens mij beter in jezelf leren te geloven.
Ik kreeg het gevoel dat de journaliste nogal teleurgesteld was over mijn antwoord. Afsluitend vroeg ze of ze opnieuw contact op mocht nemen als Achter het Nieuws daadwerkelijk een item over de bandjes ging maken.
Ik kon mij niet voorstellen dat balansbandjes iets anders verbeterden dan de winst van de fabrikant.
Ik was het telefoontje alweer vergeten, toen daags na de halve finales van het WK Achter het Nieuws toch een item over het geheime wapen van Oranje aankondigde: de balansbandjes. Had dat geheime wapen gewerkt, waardoor Oranje van Brazilië won of was Nederland gewoon net iets beter dan de Brazilianen? Het nieuwsitem bracht slechts bevestigende opvattingen over de bandjes. Mijn scepsis paste daar blijkbaar niet bij.
De werking van de bandjes werd aangetoond met simpel pseudowetenschappelijk bewijs. Proefpersonen moesten hun armen spreiden tot horizontaal, waarna één arm naar beneden werd gedrukt. Vervolgens werd een balansbandje omgedaan en werd het proefje herhaald. Met bandje was meer kracht nodig om de arm van de proefpersoon naar beneden te drukken, dan zonder. Het resultaat werd niet objectief gemeten, maar overgelaten aan de subjectieve waarneming.
Achter het Nieuws presenteerde coaches en sporters die vertelden dat ze de bandje beter presteerden dan zonder. Althans volgens hun eigen waarneming. Maar dat is niet hetzelfde als daadwerkelijk beter presteren. Zelfs als prestaties wel verbeteren bewijst dat niet dat dat door de bandjes komt. Er zijn diverse verklaringen voor dergelijke effecten, zoals het al genoemde placebo-effect. Ook treedt er een leereffect op. De proefpersoon leert in het eerste proefje hoeveel druk hij kan verwachten. Bij het tweede proefje anticipeert hij daarop. Deze onbewuste reacties ontstaan niet door het balansbandje.
In opdracht van het TROS-Radar onderzocht de Vrije Universiteit in Amsterdam de werking van balansbandjes. Onder leiding van Peter Hollander, emeritus hoogleraar inspanningsfysiologie, zijn twintig studenten getest op de punten waarin de bandjes verbetering beloven: balans, lenigheid en kracht.
Voor het meten van deze grootheden zijn gangbare fysiologische tests gebruikt. Iedere proefpersoon deed alle tests vijf keer: een keer zonder bandje, een keer met ieder merkbandje (Power Balance en Extreme Balance) en twee keer met een vals bandje (zonder hologrammen). De volgorde werd door loting bepaald. De tests waren dubbelblind. Dat wil zeggen dat zowel de proefleider als de deelnemers aan de tests niet wisten of konden zien wat de echte c.q. de valse bandjes waren.
Figuur 1, gemiddelde testresultaten in drie van de vijf condities: zonder bandje, met Power Balance en met Extreme Balance. (bron: Tros Radar)
Figuur 1 toont de gemiddelde testresultaten in drie van de vijf condities (zonder bandje, met Power Balance en met Extreme Balance). In geen van de condities tonen de resultaten van het onderzoek significante verschillen. Samengevat: balansbandjes doen niets. Omdat er geen meetbare verschillen zijn, zijn de resultaten van de valse bandjes niet meer van belang. Die bepalen de mate van het placebo-effect. Maar als er geen effect is, is er ook geen placebo-effect.
In geen van de condities tonen de resultaten van het onderzoek significante verschillen.
Samengevat: Balansbandjes doen niets
Door training verbeterde de testresultaten (vooral lenigheid) van alle proefpersonen in iedere volgende testronde. Deze verbetering was onafhankelijk van de bandjes die in die ronde getest werden.
In een afsluitend interview met Hollander vraagt de interviewster van Radar aan de hoogleraar hoe Oranje de finale gehaald kan hebben, als de bandjes niet werken? Hollander antwoord met een tegenvraag: hoe kan het dat we de finale verloren hebben met de bandjes?
Keulemans (Volkskrant 18-09-2010) betwijfelt de resultaten van het onderzoek van Hollander, onder verwijzing naar experimenten die de effectiviteit van attributen als balansbandjes aantonen. Volgens Keulemans (hij geeft geen verwijzingen, zodat ik ze niet kon verifiëren) presteerden sporters in deze onderzoeken die hun geluksattributen of -rituelen mochten houden beter dan sporters die dat niet mochten. Attributen zijn konijnenpootjes, armbandjes, enzovoort. Geluksrituelen zijn: altijd met het linkerbeen het veld in stappen, drie maal stuiteren met de bal voordat ... en dergelijke.
Dit soort door Keulemans aangehaalde experimenten zegt niets over de werking van attributen of rituelen. Ze zeggen, zoals is besproken, iets over het geloof in attributen en rituelen. Als je mensen hun geloof afpakt worden ze onzeker en dat verstoort hun concentratie, waardoor ze slechter zullen presteren. Met andere woorden, de conclusie dat balansbandjes geen effect hebben, zegt niet dat het geloven in attributen of rituelen (waaronder balansbandjes) geen effect heeft (placebo-effect). Sporters worden dan echter afhankelijk van het geloof in externe attributen en/of rituelen. Ze kunnen beter in zichzelf leren geloven.
Overigens vermeldt de Reclame Code Commissie in haar uitspraak over een klacht over de Power Balance bandjes: Power Balance heeft geen wetenschappelijke of andere publicatie met betrekking tot de (werking van) Power Balance armbanden overlegd. Deze uitspraak werd niet betwist.
Tussen beide halve finales (Nederland-Brazilië was de eerste) in schreef ik in een column op NWF-Regiosport (lees hier) dat ik op zich geen overwegend bezwaar tegen balansbandjes heb. Ze vallen in de categorie ‘baat het niet, het schaad ook niet’ (hooguit € 35). Ernstiger is het als voetballers liever geloven in balansbandjes dan in reguliere mentale begeleiding. Dat is zoiets als bij een ernstige ziekte vertrouwen op alternatief geneesmiddel met onbewezen effecten en de reguliere medische zorg mijden.
Collega sportpsycholoog Rico Schuiers kreeg van de KNVB te horen dat voetballers geen sportpsycholoog nodig hebben. Schuiers begeleide onder andere de hockeydames (wereldkampioen) en de waterpolodames. De waterpolodames leerde hij om in het heetst van de strijd bij de les te blijven en te scoren waar ze eerder altijd verloren. Hun beloning: Olympisch goud. Mijn column sloot af met de verwachting dat Oranje in de finale tegen Duitsland dergelijke vaardigheden hard nodig zou hebben. Duitsland werd Spanje, maar verder klopte mijn verwachting.
Onder de spanning van de finale vergat het Nederlands elftal te doen waarvoor ze in Zuid-Afrika waren: goed voetballen. Ze waren, met andere woorden, niet taakgericht Tegen Brazilië hadden ze aangetoond dat wel te kunnen. Maar in de finale zetten ze hun onzekerheid om in ruw spel. Dezelfde fout maakte Brazilië Oranje in de halve finale tegen. Vlak voor het einde van de verlenging verloor Oranje de controle over het spel, mogelijk waren ze in hun hoofd al bezig met de strafschoppen die ze verwachten. Door dat concentratieverlies kon Spanje vlak voor het eindsignaal alsnog zegevieren en kwamen er helemaal geen strafschoppen.
Je te vroeg laten afleiden door iets wat nog niet relevant is, is dus contraproductief. Voor sportpsychologen een voorbeeld uit het boekje. Oranjes onzekerheid bleek uit hun behoefte aan iets als balansbandjes. Een sportpsycholoog was een waardevolle aanvulling op het begeleidingsteam geweest. Helaas geeft dat geen garantie, maar de kans op het gewenste resultaat neemt toe. Bij kleine verschillen als die tussen Nederland en Spanje slaat de balans dan al snel naar de andere kant door.
Wat maakt bovenstaand interessant? Het laat zien hoe mythes ontstaan. Nederland wilde wereldkampioen worden en als balansbandjes daarbij kunnen helpen, dan graag. Mensen neigen er dan toe om bevestiging van de werking van balansbandjes te zoeken (bevestigingsvertekening). Contrasterende informatie, zoals mijn scepsis, wordt dan genegeerd. Mogelijk ook door de journaliste van Achter het Nieuws. Zij leek immers teleurgesteld in mijn antwoord. Het leidde in ieder geval tot een nieuwsitem met slechts positieve opvattingen over de bandjes (bevestiging).
De publiciteit rond de bandjes gaf een enorme hype, waarin honderdduizenden bandjes over de toonbank gingen. De kopers, die € 35 voor de bandjes betaalden, willen graag in de positieve effecten geloven. Anders voelde je je immers bedot en dat tast het zelfbeeld aan. Dat willen mensen graag vermijden (cognitieve dissonantie). Ze zoeken voortdurend opnieuw naar bevestiging van hun opvatting en vermijden, negeren of betwisten de juistheid van niet binnen hun opvatting passende informatie (bevestigingsvertekening). Een mythe is geboren.
Het voorgaande weerspiegelt zich in het artikel van Keulemans. Hij betwist het volgens de regels van de wetenschappen uitgevoerde onderzoek van Hollander met verkeerde argumenten en negeert de uitspraak van de Reclame Code Commissie.
Bevestigingsvertekening ofwel de neiging van mensen om naar bevestiging van hun bestaande opvattingen zoeken is een in de psychologie veel beschreven verschijnsel. Buiten de psychologie spreekt men vaak over tunnelvisie, hoewel dat feitelijk een veel breder begrip is.
Dat mensen (inclusief journalisten) beïnvloed worden door zulke verschijnselen is minder vreemd dan het lijkt. De gerechtelijke dwalingen die Nederland de laatste tijd gekend heeft (Schiedammer parkmoord, Lucia de Berk, etc.) zijn onder meer hierdoor veroorzaakt. Ook problemen bij grote infrastructurele werken (Betuwelijn, Noord-Zuid lijn, etc.) worden vaak aan tunnelvisie toegeschreven. Zelfs wetenschappers, die er voor doorgeleerd hebben, moeten constant alert zijn om niet in deze aangeboren psychologisch val te trappen en dan gaat het nog soms mis.
***
Copyright © 2006-2022 - Dr. Bram Brouwer - All Rights Reserved