[167] |
Griet op de Beek |
In het tv-programma De wereld draait door van 25 september 2017 mocht de 44-jarige Belgische schrijfster Griet op de Beek uitgebreid vertellen hoe ze door haar vader langdurige seksueel was misbruikt. Ze kon zich daar jarenlang niets van herinneren. Maar ongeveer zeven jaar geleden, terwijl ze in therapie was voor andere levensproblemen, kwamen de beelden van dat misbruik weer boven.
Ondertussen vond de schrijfster 107 ‘bewijzen’ die dat misbruik aannemelijk maken, waaronder haar levensproblemen. Tastbare aanwijzingen waren de getoonde foto’s van haarzelf, waarop ze vier en negen jaar oud was. Als vierjarige oogde Griet als een vrolijk meisje. Als negen jarige leek ze somberder te zijn. Dat moest wel door het misbruik komen, aldus Op de Beek.
En, vervolgde de schrijfster, het klopt dat ze zich niets van dat misbruik herinnerde. Kinderen van vier tot negen jaar, de leeftijdsfase van haar misbruik, zijn verbaal nog onvoldoende ontwikkeld om dergelijk misbruik in het geheugen op te slaan, aldus Op de Beek. Zij bedoelt hier waarschijnlijk infantiele amnesie. Dat verschijnsel doet zich echter voor bij kinderen van nul tot circa drieënhalf jaar en toen moest het misbruik bij Op de Beek nog beginnen.
Op den Beeks verhaal heropende de discussie over hervonden herinneringen. Dat discours heeft eind twintigste eeuw carrières gemaakt en gebroken. Begin deze eeuw leek die discussie gesloten. Maar sinds de Belgische schrijfster haar verhaal uitvoering op tv mocht vertellen roeren voor- en tegenstanders van hervonden herinneringen zich weer in de media. Of de discussie over dit onderwerp ook in de wetenschap weer zal oplaaien valt, gezien de toegenomen wetenschappelijke kennis over geheugen en waarneming, te betwijfelen.
Volkskrant columnist Max Pam liet zich sceptisch uit over Op de Beeks hervonden herinneringen. Hij werd een oude witte man genoemd die vrouwen ‘straft’ nadat ze eindelijk de moed hadden verzameld om over hun seksueel misbruik te spreken. Op de Beeks verhaal lijkt dan als onomstotelijk geaccepteerd te worden.
|
Pam had gelijk. De ideeën over hervonden herinneringen waren vooral gebaseerd op theorieën van Sigmund Freud dat mensen traumatische gebeurtenissen 'verdringen', waarna die tot psychiatrische problemen leiden. De psychoanalyse, na WO-II de dominante stroming in de psychologie, zou mensen helpen die verdrongen herinneringen weer boven te halen en te verwerken, waarna de psychiatrische problemen automatisch ook zouden verdwijnen. Bewijs hiervoor bestaat niet. Toch zijn er, tot mijn verbazing, in de psychologie en de psychiatrie nog stromingen die zich door Freuds psychoanalytische principes laten leiden.
Er is veel wetenschappelijk onderzoek naar Freuds theorieën gedaan en ze zijn stuk voor stuk naar het rijk der fabelen verwezen. Mensen, inclusief kinderen, verdringen traumatische gebeurtenissen niet. Zelfs jonge kinderen die in Nazi concentratiekampen de meest verschrikkelijk dingen zagen, hebben de herinnering daaraan in hun latere leven nooit verdrongen. Het leek erop dat in therapieën boven gehaalde verborgen herinneringen in feite tijdens die therapieën geïmplementeerde herinneringen zijn. Die herinneringen betroffen niet alleen het vermeend seksueel misbruik door (stief)vaders, maar ook door broers, ooms, katholieke priesters, aliens, et cetera. Daarnaast werd regelmatig satanisch seksueel misbruik gemeld, met de meest afschuwelijke tafrelen.
Het voorbeeld van Max Pam is illustratief voor hoe zulke debatten tegenwoordig worden gevoerd: de man spelen in plaats van de bal. Door Pam een 'witte man' te noemen, drukt men het discours niet alleen in de feministische, maar ook in de racistische hoek. Hervonden herinneringen hebben helemaal niets, maar dan ook helemaal niets, met racisme te maken. Vrouwen worden net als mannen, geplaagd door allerhande vertekeningen die ze bewust of onbewust graag zo interpreteren dat ze passen binnen wat ze al dachten. We noemen dat bevestigingsvertekening (conformation bias), een belangrijk aspect van tunnelvisie.
Het probleem bij seksuele delicten is dat alleen de ‘dader’ en het ‘slachtoffer’ erbij aanwezig waren, terwijl hun getuigenissen elkaar veelal tegenspreken. Daarom zijn seksuele delicten vaak moeilijk te bewijzen en zeker als dat misbruik al tientallen jaren geleden plaatsvond. In Op de Beeks geval kunnen we de ‘dader’ niet eens meer horen. Die is ondertussen overleden. We hebben dan alleen Op de Beeks verhaal.
Voor ‘slachtoffers’ kan het frustrerend zijn dat seksueel misbruik moeilijk te bewijzen is, vooral omdat ze daar zelf meestal heilig in geloven en zijn daar dan moeilijk van af te brengen. Dat noemen we geloofsvolharding. (klik hier voor uitleg)
Als Op de Beeks werkelijk misbruik is, dan is dat een zeer ernstig zaak en kan dat mogelijk haar latere levensproblemen verklaren. Maar als Op de Beeks misbruik niet plaatsvond, dan lijkt ze dat vermeende misbruik, waarschijnlijk onbewust, te gebruiken om achteraf een verklaring te construeren voor haar levensproblemen. Op basis van Op de Beeks verhaal lijkt dat laatste het meest aannemelijk te zijn.
Vervolgens gaan mensen dan op zoek naar informatie die dat misbruik bevestigt (bevestigingsvertekening), zoals Op de Beeks 107 bewijzen voor het misbruik door haar vader. Maar daarvoor gebruikt ze als eerste een cirkelredenering waarin ze haar levensproblemen als bewijs gebruikt om de incest door haar vader aan te tonen en vervolgens te betogen dat die incest haar levensproblemen veroorzaakte. En, dat de negenjarige Griet wat somberder op de foto stond kan duizenden redenen hebben, zoals: de fotograaf drukte net af toen zij wat toevallig wat somberder keek.
Verder is Op de Beeks zoektocht naar 'bewijzen' voor het vermeende misbruik een aanwijzing dat de schrijfster daar zelf blijkbaar ook niet echt van overtuigd is. Als ze die overtuiging wel had, had ze immer geen bewijzen nodig om het misbruik aannemelijk maken. Juridisch lijken de door haar aangevoerde bewijzen (zoals de foto's) geen enkele bewijskracht te hebben. Dat is ook niet nodig, omdat van een rechtszaak geen sprake meer kan zijn. Ten eerste omdat de vermeende dader ondertussen is overleden en ten tweede omdat het misdrijf, als dat al plaatsvond, waarschijnlijk is verjaard.
Op de Beeks 107 'bewijzen' lijken dan ook vooral bedoeld om haar eigen overtuiging te versterken. Maar dat is, zoals we al zagen, alleen nodig als haar eigen herinneringen aan dat misbruik niet zo sterk zijn.
Mensen willen graag weten wat de oorzaak van hun problemen is. Daarom reageren patiënten, die lang niet wisten wat ze mankeerden, veelal opgelucht als er eindelijk een label op hun ziekte wordt geplakt, zelfs als dat label levensbedreigend is. Ze weten dan tenminste waar ze aan toe zijn en wat hun problemen veroorzaakt. Het lijden heeft een naam gekregen. Het maakt daarbij niet of nauwelijks uit of dat label correct is. Beter een verkeerd label dan geen label. Dit wordt het ook wel het Repelsteeltje-effect genoemd.
Hervonden herinneringen kwamen vrijwel alleen in Nederland en de Verenigde Staten voor
Waarschijnlijk onbewust lijkt het misbruik door haar vader voor Op de Beek een goed label te zijn om haar levensproblemen te verklaren. In haar verhaal gaf ze dan ook aan zich nu heel blij te voelen, nu ze eindelijk wist waar haar levensproblemen vandaan kwamen. Ze suggereerde dat ze die problemen nu achter haar kon laten om een nieuw leven te beginnen. Maar daarmee beschuldigt zij onterecht haar vader dat die zijn jonge dochter langdurig misbruikte. Hij kan zich niet meer verdedigen. Dat is volgens mij niet minder ernstig. We zagen al dat sommige therapeuten methoden hanteren die zeer geschikt zijn om dergelijke pseudoherinneringen te implementeren. In Nederland werden dat soort methoden dan ook verboden.
Dergelijke onterechte beschuldigingen hebben eind vorige eeuw heel wat (huwelijkse) relaties vernield en levens tot een hel gemaakt. Stel uw dochter beschuldigd haar vader plotseling onterecht dat hij haar jarenlang seksueel misbruikt heeft en dat zij vervolgens klakkeloos wordt geloofd omdat ze zo moedig is met dat misbruik naar buiten te treden.
Eind vorige eeuw kwamen er steeds meer zogenoemde retractors: ‘slachtoffers’ van verborgen herinneringen die erkenden dat het weer bovengehaalde misbruik nooit plaatsvond. Het was hun aangepraat. Een vereniging van ouders die door hervonden herinneringen onterecht beschuldigd waren van seksueel misbruik werd opgeheven. Er kwamen geen nieuwe leden meer bij. Het verschijnsel hervonden herinneringen leek verleden tijd te zijn. Opmerkelijk is dat hervonden herinneringen vrijwel alleen in Nederland en de Verenigde Staten voorkwamen.
Ter verduidelijking, ik zeg niet dat seksueel misbruik van kinderen door (stief)vaders, priesters of door anderen niet plaatsvindt of vond. Waarschijnlijk zijn de meeste aangiftes juist en dan moet dat door de rechter gepast bestraft worden. Ik zeg dat beschuldigingen over seksueel misbruik deels onwaar zijn en dat het aantal onware beschuldigingen sterk toeneemt, mogelijk zelfs tot honderd procent, als er sprake is van hervonden herinneringen. En, met onwaar bedoel ik niet gelogen. Dan zou er sprake zijn van bewust onjuiste beschuldigingen. Dat kan ook, maar dat is een ander probleem.
Een bekend voorbeeld was de Eper-incestzaak uit 1990, één van de omvangrijkste incestzaken in de Nederlandse geschiedenis. Hoofdpersoon Yolanda fantaseerde haar herinneringen tot in de meest gruwelijke details. Het was zo erg en gedetailleerd dat de Epense dat onmogelijk verzonnen kon hebben. Het gevolg was dat haar broers, ouders en andere betrokkenen jarenlange gevangenisstraffen en Tbs-behandelingen ondergingen. En dat voor misdrijven die nooit hadden plaatsgevonden.
Tegelijk met de oplaaiende discussie over hervonden herinneringen vond het proces plaats van de nabestaanden van twee gijzelnemers bij de treinkaping in de Punt in 1977 versus de Nederlandse staat.
Treinkaping 'De Punt' Direkt na de ontzetting. |
Beide gijzelnemers zouden niet zijn omgekomen bij de schermutselingen die ontstonden bij de ontzetting van trein. De mariniers, die de ontzetting uitvoerden, zouden de twee standrechtelijk hebben geëxecuteerd. Kortom, ze zijn vermoord. Dat blijkt volgens Liesbeth Zegveld, advocate van de nabestaanden, uit veertig jaar na de ontzetting van de trein vrijgekomen geluidsopnames.
De rechtbank hoorde elf mariniers die destijds aan de ontzetting van de trein deelnamen. Hun verklaringen waren nogal tegenstrijdig. Voor Zegveld was dat reden te veronderstellen dat de mariniers op hun verklaringen werden geprepareerd. Ze overwoog de mariniers dan ook aan te klagen wegens meineed.
Anderen, zoals niet verhoorde ex-mariniers, zijn er juist van overtuigd de hun voormalige collega's zijn voorbereidt op de verhoren omdat ze allemaal hetzelfde beweerden. Volgens hen moet de rol van de Nederlandse staat tijdens de ontzetting van de trein in de doofpot gestopt worden. Als je mariniers stuurt, weet je dat ze doden. Mariniers schieten niet op de benen, dat is voor wijkagenten aldus de mariniers.
Maar met onze kennis over het menselijk geheugen moeten we onze wenkbrauwen pas fronsen als verklaringen van elf mensen veertig jaar na dato in een lijn liggen, zoals de ex-mariniers de verhoren percipieerden. Dat is misschien juridisch onhandig, maar wel een gevolg van de werking van het menselijk brein.
Ook kent Nederland een reeks moordbekentenissen, waarbij mensen zich herinnerden een moord te hebben gepleegd, die ze achteraf aantoonbaar niet pleegden. . Bekende voorbeelden van dergelijke valse bekentenissen zijn de Puttense-moordzaak, de zaak Ina Post en de Schiedammer parkmoord. De herinneringen die tot die bekentenissen hebben geleid ontstonden vrijwel altijd nadat de verdachten langdurig onder druk waren gezet en met ‘feiten’ waren bestookt, waardoor ze zelf in die ‘feiten’ gingen geloven.
In de besproken voorbeelden gaat het steeds over herinneringen van mensen, dus over het menselijk geheugen. De misverstanden die hierbij ontstaan komen vooral doordat wij van ons geheugen en van onze waarneming, dat het geheugenopslag voorafgaat, eisen stellen waaraan ze niet kunnen voldoen.
Ons geheugen is ongeschikt om een nauwkeurige representatie van de werkelijkheid uit het verleden te geven en zeker uit een ver verleden
Ons geheugen is ongeschikt om een nauwkeurige representatie van de werkelijkheid uit het verleden te geven en zeker uit een en ver verleden. Ook is onze waarneming veel beperkter dan we veronderstellen. Toch moeten getuigen in rechtszaken op basis van hun herinnering een nauwkeurige representatie van de door waargenomen werkelijkheid geven. Soms van de werkelijkheid veertig jaar geleden, zoals bij de mariniers. Dat kunnen ze niet, hoe goed ze ook hun best doen. Feitelijk plegen getuigen die verklaren 'de waarheid en niets dan de waarheid te spreken' meineed.
***
Copyright © 2006-2022 - Dr. Bram Brouwer - All Rights Reserved